Natura-2000 gebieden Westerschelde / Paulinaschor 

Bij een status als Natura 2000-gebied horen bepaalde verantwoordelijkheden, zoals het beschermen en behouden van de lokale natuur. De werkgroep energie heeft hier haar opmerkingen bij geplaatst en in een zienswijze verwoord. Open deze link voor de zienswijze: 

1drv.ms/b/c/e2c07800ecec3627/EdnbGz3qk9JBro-waUrdx7UBtFlzcOGVMeOKshB6KbeyKQ

De Westerschelde is de enige zeearm in de Zuidwestelijke delta die nog in open verbinding staat met de Noordzee. Zoet en zout water komen hier direct in aanraking met elkaar. Veel van de begroeiingen die hierdoor ontstaan, zoals zeekraal, zijn beschermd. Dit geldt ook voor sommige diersoorten die hier leven. 

In de NRD wordt de inhoud van de MER bepaald. De MER heeft tot doel het milieubelang vroeg en compleet mee te nemen in de besluitvorming over de te nemen maatregelen in het Natura 2000-beheerplan Westerschelde, Oosterschelde, Veerse Meer en Grevelingen.

Het MER onderzoekt wat de gevolgen zijn van het beheerplan voor natuur en milieu in en rondom het Natura 2000-gebied.

In dit rapport wordt gekeken naar:

• Wat er gebeurt als het beheerplan niet wordt uitgevoerd;
• Welke maatregelen mogelijk zijn om de natuurdoelen te halen;
• Wat de effecten van die maatregelen zijn.

De (mogelijke) maatregelen die in het MER worden onderzocht zijn op dit moment nog niet bekend. In de NRD worden daarom de oplossingsrichtingen beschreven die in een volgende fase van het beheerplanproces worden uitgewerkt tot maatregelen en daarna maatregelpakketten. In de NRD staat hoe we deze maatregelen beoordelen op milieueffecten.

Nieuwsbericht

De regering wil in Nederland twee nieuwe kerncentrales bouwen. De twee centrales komen op dezelfde locatie. In een op te stellen milieueffectrapport worden zeven locaties in Groningen, Zuid-Holland en Zeeland onderzocht en vergeleken. Daarna besluit de minister over een locatie.

De Commissie adviseert om in het milieueffectrapport een goede omgevingsanalyse te maken die ingaat op:

• de ruimte voor de centrale, de bouw en de woongebieden voor duizenden bouwers;
• de veiligheidsafstanden tot risicovolle bedrijven, infrastructuuraanpassingen en noodzakelijke verhuizingen van bedrijven en woningen;
• de overstromingsgevoeligheid, de bodemgesteldheid en de koelwatersituatie;
• evacuatiemogelijkheden bij een ramp.

Hans Mommaas, voorzitter van de Commissie mer: ‘Zorg dat voor iedereen duidelijk is op basis van welk milieuonderzoek wat wanneer besloten wordt over de locatiekeuze. Dat helpt bij de verdere besluitvorming.’

Lees het volledige advies

Het rapport: https://commissiemer.nl/docs/mer/p39/p3933/a3933rd.pdf